Jesaja 51:19

AB

Deze twee dingen zijn je overkomen, wie zal je beklagen? Er is de verwoesting en de vernietiging, en de honger en het zwaard. Wie zal je troosten?

SVDeze twee dingen zijn u wedervaren, wie heeft medelijden met u? Er is verwoesting, en verbreking, en honger, en zwaard, [door] wien zal Ik u troosten?
WLCשְׁתַּ֤יִם הֵ֙נָּה֙ קֹֽרְאֹתַ֔יִךְ מִ֖י יָנ֣וּד לָ֑ךְ הַשֹּׁ֧ד וְהַשֶּׁ֛בֶר וְהָרָעָ֥ב וְהַחֶ֖רֶב מִ֥י אֲנַחֲמֵֽךְ׃
Trans.

šətayim hēnnâ qōrə’ōṯayiḵə mî yānûḏ lāḵə haššōḏ wəhaššeḇer wəhārā‘āḇ wəhaḥereḇ mî ’ănaḥămēḵə:


ACיט שתים הנה קראתיך מי ינוד לך השד והשבר והרעב והחרב מי אנחמך
ASVThese two things are befallen thee, who shall bemoan thee? desolation and destruction, and the famine and the sword; how shall I comfort thee?
BEThese two things have come on you; who will be weeping for you? wasting and destruction; death from need of food, and from the sword; how may you be comforted?
DarbyThese two [things] are come unto thee; who will bemoan thee? -- desolation and destruction, and famine and sword: how shall I comfort thee?
ELB05Zweierlei war es, was dir begegnete, wer sollte dir Beileid bezeigen?: die Verheerung und die Zerschmetterung, und die Hungersnot und das Schwert. Wie könnte ich dich trösten?
LSGCes deux choses te sont arrivées: -Qui te plaindra? -Le ravage et la ruine, la famine et l'épée. -Qui suis-je pour te consoler? -
SchDiese beiden Dinge sind dir begegnet (aber wer bezeugt dir Teilnahme?) Raub und Zerstörung, Hunger und Schwert; wie soll ich dich trösten?
WebThese two things have come to thee; who shall be sorry for thee? desolation, and destruction, and famine, and the sword: by whom shall I comfort thee?

Vertalingen op andere websites


BoekenBoeken